Voedingstekorten bij de plant en de relatie koolstof, glucose en voeding.
Tekorten ontstaan pas wanneer het aanbod van voedingsstoffen lager is dan de vraag van de plant.
Om te overleven moet een plant minstens evenveel suiker produceren als ze verbruikt. Als ze meer suiker produceert dan ze verbrandt, kan de overtollige glucose worden gebruikt als bouwstof voor groei. Als de plant minder suiker produceert dan ze verbrandt, raakt ze in verval. Dit punt heet het lichtcompensatiepunt (LCP).
Als een plant, hypothetisch gezien, 3 ppm nitraat per dag nodig heeft, om evenveel suiker te produceren dan als ze verbruikt, is het aanbod van voeding aan het einde van de assimilatie verbruikt. Als voeding dan niet word aangevuld gaat de plant een tekort oplopen.
In hobbyonderzoeken worden waarden van ongeveer 1–4 ppm per dag genoemd afhankelijk van plantsoort en biomassa (bron: barreport / dianawalstad.com)
Stel; je meet wekelijks je waarden, gebruikt de verhouding 10:1 als bemestingsstrategie en je vult deze waarden wekelijks aan tot deze targets. Als jij een dag na toevoegen van de voedingsstoffen 5ppm NO3 meet en 0.5ppm PO4 wil dat nog niet zeggen dat je planten op dat moment een tekort hebben. Maar het is wel een signaal dat je weer snel moet bijmesten. Als deze meetgegevens een dag voordat je weer gaat bemesten optreden is het geen probleem.
Waarom schrijf ik dit?
Omdat ik bemerk dat mensen met alg of slecht groeiende vaak praten over een tekort, als ze waarden meten die naar beneden afwijken van de verhouding 10:1. En dat is het dus niet altijd.
Je hebt een dagelijkse ondergrens; een bepaalde hoeveelheid voeding die een plant minimaal nodig heeft om te kunnen overleven
En wat die ondergrens is dat is niet/nauwelijks te bepalen. We hebben namelijk te maken met teveel variabelen voor een uniform antwoord.
Variabelen die bepalend zijn voor deze minimale opname van voeding worden bepaald door (random) :
- bodem en bodemopbouw
- frequentie van bemesting
- lichtsterkte en lichtduur
- aanwezigheid van CO2
- groeisnelheid/ opnamesnelheid van het type plant/ plantensoort
- pH
- totale bladmassa in de bak
- gezondheid van de plant
- kwaliteit en beschikbaarheid van voeding (micro's)
- samenstelling water